Julie Scherpenseel, u werd in 2020 Young ICT Lady of the Year: wat heeft die erkenning betekend voor uw carrière – bent u daardoor zelf een rolmodel geworden?
Julie Scherpenseel: ‘Ik kreeg dankzij die titel meer geloofwaardigheid voor mensen buiten de sector. En het was voor mij ook een platform waarmee ik meer impact kon maken. Door mijn verhaal te delen in de media en te spreken op events en voor studenten, heb ik veel mensen kunnen bereiken. Na een interview in Flair ontving ik bijvoorbeeld waanzinnig veel berichtjes van meisjes. Ze schreven dat ik hen geïnspireerd had en dat ze overwogen om voor een IT-opleiding te kiezen.’
Tony Janssens: ‘Als zo’n bekroning via de juiste kanalen breed wordt verspreid, dan is dat absoluut een mooie manier om de IT-wereld onder de aandacht te brengen bij vrouwen en helpt dat om de vrouwelijke instroom in de sector te vergroten.’
Vrouwen binnen IT hebben soms last van vooroordelen. Hoe gaan ze daar het best mee om?
Andy Stynen: ‘Inderdaad, ik merk dat vrouwen in technische functies soms met vooroordelen te maken krijgen, wat enorm jammer en ongegrond is. Ik probeer vrouwen in mijn omgeving telkens aan te moedigen om zich daar niets van aan te trekken en gewoon te gaan voor de job die hen gelukkig maakt. Daarnaast geloof ik dat iedereen in de bedrijfswereld wel eens met vooroordelen te maken krijgt. Ik werd bijvoorbeeld op mijn 34ste CEO van een grote organisatie. De meeste mensen daar waren een stuk ouder. Ik zag sommigen denken: wat komt die snotneus hier doen. De eerste maanden en jaren moet je jezelf dan dubbel bewijzen.’
Julie Scherpenseel: ‘Uiteraard zijn er enkele momenten geweest waarop ik het gevoel kreeg mij meer te moeten bewijzen dan mannelijke collega’s. Maar daaruit heb ik geleerd. Dat heeft me sterker gemaakt. Studies tonen aan dat vrouwen zich in de VS binnen ICT heel sterk moeten bewijzen. Maar in Europa en België heerst dat probleem veel minder. Heb je daar als vrouw toch op regelmatige basis last van? Verander dan van bedrijf, er zijn genoeg organisaties waar dat niet zo is.’
Zet uw organisatie specifieke stappen om vrouwelijk ICT-talent aan te trekken – of vrouwen in topfuncties te krijgen?
Stefanie De Smet: ‘In ons bedrijf is dertig procent van de medewerkers een vrouw – bij de technische specialisaties is dat aandeel wel een stuk kleiner. Wij vinden dat een organisatie gebaat is bij diversiteit. Die streven we ook sterk na. Dat gaat uiteraard verder dan alleen man of vrouw. Naast diversiteit is het belangrijk om te bevestigen dat er veel verschillende meningen en insteken nodig zijn om een organisatie te doen groeien en de juiste beslissingen te nemen Zo zullen er ook meer vrouwen de stap naar het management zetten. ’
Tony Janssens: ‘Een op zeven werknemers bij ons is een vrouw. Binnen de staf ben ik nagenoeg de enige man. We kiezen altijd voor de beste kandidaat op de juiste plaats. Niemand krijgt een voordeel omdat ze man of vrouw zijn. De job gaat naar de persoon met de meest passende competenties en cultural fit.’
Andy Stynen: ‘40 procent van onze 1.300 mensen zijn vrouwen. Kijken we naar de technische profielen, dan komen we rond de 15 procent uit. We hebben geen specifieke programma’s waarbij we meer vrouwen willen aantrekken. Wel meen ik dat veel afhangt van het senior management: een diverse managementploeg is áltijd beter. Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat bedrijven betere winstcijfers realiseren als er naast mannen ook vrouwen in de raad van bestuur zetelen.’
Julie Scherpenseel: ‘Er werken twintig procent vrouwen in onze scale-up. In totaal stellen we honderd mensen tewerk. Maar ons management bestaat wel voor de helft uit vrouwen. Dat komt grotendeels door ons peoplebeleid. We bieden elke werknemer een persoonlijk carrièrepad aan, en hebben een heel flexibele werkomgeving en inclusieve cultuur. Dat zorgt ervoor dat mensen, en ook vrouwen, lang blijven en getriggerd worden om leidinggevende rollen op te nemen.’
Helpen quota om meer vrouwen in managementfuncties te krijgen?
Tony Janssens: ‘Diversiteit moet over alles gaan: diverse meningen, achtergronden, nationaliteiten, religies, seksuele geaardheden, gender: noem maar op. Maar dat moet ook buiten onze sector nagestreefd worden. Waarom wordt er bijvoorbeeld zelden iets gezegd over het feit dat er in de vroedkunde en de verpleging nauwelijks mannen werken? Wat ik wil zeggen: eigenlijk geloof ik niet in quota. Die zouden niet nodig moeten zijn.’
Julie Scherpenseel: ‘Ik kijk daar minder zwart-wit naar. Ja: de juiste persoon moet op de juiste plaats zitten en vaardigheden en passie zijn daarbij het belangrijkste element. Maar quota kunnen wel helpen om iets onder de aandacht te brengen. Wat niet wil zeggen dat mensen een bepaalde job moeten krijgen omdat ze vrouw zijn.’
Welke tip of raad zouden jullie nog willen meegeven aan vrouwen die een ICT-carrière overwegen?
Stefanie De Smet: ‘IT is een enorm breed domein: er bestaan zoveel functies, rollen en jobs om in te starten, in door te groeien en te evolueren. Je hebt niets te verliezen.’
Andy Stynen: ‘Inderdaad: take a leap of faith. Probeer het eens. Het kan nooit slecht aflopen. Je kunt alle richtingen uit, en er zijn meer dan voldoende jobs en werkgevers om uit te kiezen.’
Tony Janssens: ‘Het moet klikken. Niets forceren: ga op zoek naar een goeie cultural fit bij een werkgever. De rest van je carrièrepad volgt vanzelf.’
Julie Scherpenseel: ‘Gewoon doen: werken in de IT-wereld is fascinerend, dynamisch, uitdagend en je kunt er maatschappelijke impact mee hebben!’